Eenvoudig netwerkshares mounten op een Mac

In windows kun je eenvoudig een schijfletter toekennen aan een netwerk share (gedeelde map). Hierdoor hoef je niet steeds naar de NAS te bladeren en dan naar de betreffende netwerk share.

Op de Mac werkt dit standaard iets minder eenvoudig. Normaal zie je alleen je NAS staan onder het kopje “Gedeeld” in Finder. Daar moet je dan op klikken, vervolgens op “Verbind als” en pas daarna krijg je – na een tijdje laden – een overzicht van je netwerkmappen op de NAS. Het is natuurlijk veel handiger als je netwerkshares altijd, automatisch, in de linker kolom van Finder komen te staan (zoals in de afbeelding hierboven). Dat kan. Hierna leg ik uit hoe.

Als eerste moet je even zorgen dat je netwerk shares (tijdelijk) op je bureaublad komen te staan. Open Finder, en klik op “Bestand” en dan “Voorkeuren“. Zet een vinkje bij “Verbonden Servers” en sluit dit venster weer.

Klik vervolgens in Finder onder het kopje “Gedeeld” op je NAS, of gebruik CMD+K om met je server te verbinden. Klik vervolgens op “Verbind als” rechtsboven in het venster en log in met je account voor de NAS. Zet ook even een vinkje bij “Bewaar wachtwoord in mijn sleutelhanger“. Daarna zie je als het goed is de beschikbare shares op je NAS. Tot zover niets nieuws.

Als je nu zo’n share opent, dan verschijnt er een icoontje van deze share op je bureaublad. Open (eenmalig) de shares die je standaard in finder wilt hebben een voor een tot ze allemaal op je bureaublad staan.

Deze icoontjes kun je nu een voor een onder het kopje “Apparaten” van Finder slepen. Je kunt zelf kiezen in welke volgorde ze komen te staan.

Dit doe je dus voor alle shares op je bureaublad.

Nu ben je zover dat elke keer dat de share ‘gemount‘ wordt (als je de map opent) deze direct onder “Apparaten” in Finder verschijnt. Nu willen we nog dat dit automatisch gebeurt zodra je inlogt op je Mac, want anders moet je nog steeds elke keer de betreffende shares een keer openen nadat je bent ingelogd. Hiervoor is een lompe methode en een elegante methode. De lompe methode is dat je de shares simpelweg laat openen bij het opstarten. Dit doe je door in “Systeemvoorkeuren” naar “Gebruikers en groepen” te gaan en daar op de knop “Inloggen” te klikken. Vervolgens sleep je de netwerkshares vanaf je bureaublad in dit venster. Het nadeel hiervan is alleen dat je Mac bij het opstarten ook daadwerkelijk Finder vensters opent voor alle shares die je wilt mounten.

Een veel eleganter alternatief is het programma Mt. Mounter. Dit programma kost €5.49 euro in de Mac AppStore en zorgt ervoor dat je mappen gemount, maar niet geopend worden als je inlogt op je Mac.

Er vanuit gaande dat je kiest voor de elegante oplossing, download je Mt. Mounter dus en open je het programma vervolgens. Je ziet vervolgens een eenvoudig schermpje met een kleine instructie afbeelding. Sleep nu een voor een de netwerkmappen van je bureaublad naar de “Drag & Drop” locatie van Mt. Mounter.

Nu moeten we alleen nog zorgen dat Mt. Mounter automatisch gestart wordt als je inlogt op je Mac. Open hiervoor het voorkeurenscherm van Mt. Mounter door op het tandwieltje linksonder in het hoofdscherm te klikken en vink “Allow this application to start automatically when you log in” aan, en het vinkje bij “The setting window is displayed after startup.” uit.

Voor de nettigheid kun je nu uiteraard weer even de netwerkmappen van je bureaublad verwijderen door het vinkje bij de finder voorkeuren te verwijderen.

Dat is het. Je kunt Mt. Mounter nu wegklikken. Het enige dat er van Mt. Mounter zichtbaar blijft is een klein icoontje rechts boven in je menubalk.